Bewoners, boeren en bouwers

‘Hout voelt zachter dan beton’

Interview met Stories-bewoners Mirjam en Jules Coret

Het aantal gerealiseerde en in aanbouw zijnde houtbouwprojecten in Amsterdam neemt snel toe, vooral op IJburg en in de circulaire wijk Buiksloterham. Het opschalen met houtbouw gaat steeds beter. Het streven van de ‘Green Deal Convenant Houtbouw’ is dat in 2025 één op de vijf nieuwe woningen in de Metropoolregio Amsterdam van hout wordt gemaakt. De MRA houtdeal is op 21 oktober 2021 door 80 partners ondertekend, in het gebouw Stories in Buiksloterham.

Stories is een hybride gebouw van 45 meter hoog vervaardigd van Cross Laminated Timber (CLT). De onderste drie bouwlagen en de kern zijn van beton. Toen het in april 2021 werd opgeleverd was Stories het hoogste houten woongebouw van Nederland, voordat het een jaar later van de troon werd gestoten door het nog hogere HAUT, eveneens in Amsterdam. Stories telt 28 koopappartementen, 5 commerciële ruimtes, een parkeergarage voor 40 auto’s en een fietsenstalling. Dat het een hybride gebouw is valt direct op in de entreehal, bij de liften en in het trappenhuis die van beton zijn. De appartementen in de toren zijn van kruislaaghout met houten vloeren, plafonds en wanden.

Mirjam (65 jaar) en Jules Coret (30 jaar) wonen beiden in Stories. Mirjam – die als organisatieadviseur heeft gewerkt – woont met haar vriendin in een appartement van 94 vierkante meter op de zesde verdieping. Hun zoon Jules heeft een verdieping lager een appartement van 113 vierkante meter gekocht. De vierkante meterprijs lag rond de 5000 euro. Hiervoor woonden ze in een gezinswoning met tuin in Twiske West in Amsterdam Noord. Ze behoren tot de eerste 16 huishoudens die als Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) het gebouw hebben ontwikkeld, samen met architect Olaf Gipser en ontwikkelaar en bouwer Helmich Heutink. Jules was ook lid van het bestuur van de bouwgroep. Alhoewel hij als data scientist bij een bank werkt en eigenlijk geen deskundige was, heeft hij zich intensief beziggehouden met technische en vormgevingsaspecten. Na zes jaar kent hij alle ins en outs van het gebouw.

Samen ontwerpen

In hun zoektocht naar een andere woning raakten ze op de hoogte van het initiatief en werden lid van de CPO groep. Een van de eerste initiatiefnemers was antropologe Esther Sarphatie die er nu ook woont. Zij schreef samen met Olaf Gipser de tender en is de bedenker van het verhalencafé waaruit de naam van het gebouw voort is gekomen. Met een verhalencafé in de plint van het gebouw was de ambitie om de verbinding te zoeken met de buurt. Nadat ze de tender hadden gewonnen konden ze het plan Met Gipser en Heutink verder uitwerken. De CPO of bouwgroep bestond uit 16 huishoudens – de meesten uit Amsterdam – die van begin af aan intensief meedacht en mee besloot over hoe het gebouw eruit zou moeten komen te zien. Besluiten werden collectief genomen. Eind 2015 is gestart met het gezamenlijk uitwerken van het ontwerp. De andere tien huishoudens sloten zich later aan toen de overige appartementen in de verkoop gingen.

Toen de eerste plannen voor Stories werden ontwikkeld was het nog uniek om een woontoren van hout te bouwen. Buiksloterham is een circulaire wijk en dat speelde mee om te kiezen voor een hoogwaardig en natuurinclusief appartementencomplex. De gemeente stimuleerde het om innovatief te zijn. Het eerste idee van een houten gebouw kwam van de architect Gipser die uit Zwitserland komt. Ze bouwen daar veel met hout. De bouwgroep ging daar enthousiast in mee. Dat het een houten gebouw zou worden stond van het begin af aan vast en was onderdeel van de tender.

Een houten gebouw sprak Mirjam aan. Ze wilde duurzaam wonen en in hout wonen heeft voor haar concrete herinneringen. Ze is opgegroeid in de Zaanstreek. Haar grootouders woonden in een houten huis. Ze ging met haar ouders vaak op bezoek bij familie en kennissen die in hout woonden. ‘Ik had misschien niet als ideaal om in hout te gaan wonen, maar toen ik hoorde dat het hout werd wilde ik niet meer zonder’. Jules was gegrepen door de esthetiek, zeker als het hout van de draagmuren in het zicht blijft. ‘Hout geeft iets eigens, iets specifieks. Het ziet er prachtig uit als alles van hout is. De houten draagconstructie levert een prachtige structuur op. Het is heel sculpturaal’.

‘Hout geeft iets eigens, iets specifieks. Het ziet er prachtig uit als alles van hout is.

De leden van de bouwgroep konden aangeven waar in het gebouw ze hun appartement zouden willen hebben, hoe groot en op welke verdieping. Elke verdieping is anders. Er zijn veel verschillende typen woningen gerealiseerd. De grootte van de appartementen varieert van 45 tot 185 vierkante meter. Er zijn ook dubbelhoge lofts. Omdat bij hout de dragende kolommen dichter bij elkaar staan is de beukmaat 4,50 meter. Dat leidt tot een flexibele plattegrond over zes portalen. Dit smallere stramien dan bij beton kon wel een beperking zijn bij sommige woningplattegronden. En iedereen wilde wat anders. Voor de architect was dat een hele puzzel. Daarom was het volgens hen prettig dat de oorspronkelijke groep met 16 huishoudens redelijk overzichtelijk was. Iedereen kon in het ontwerp ingepast worden met zijn of haar wensen. Elf appartementen zijn later verkocht. Een groot appartement van 150 vierkante meter is uiteindelijk opgesplitst waardoor er nu 28 appartementen zijn.

Extra uitzoekwerk

Er zijn goede constructeurs die kunnen uitrekenen wat kan hout structureel kan dragen. Maar met deze kennis waren ze er nog lang niet. De grootste hobbel bleken de extra onderzoeken en het uitzoekwerk. Hoe voldoe je met hout aan de Nederlandse bouwnormen.

De brandveiligheid was een van de normen in het bouwbesluit waar ze aan moesten voldoen. Jules: ‘Als je de dragende muren allemaal in hout wilt hebben en het moet voldoen aan brandveiligheid dan heb je hele dikke muren nodig. En dat kost handenvol geld’. Er is daarom gekozen voor dragende muren die ingepakt zijn in gipsplaten. Volgens Mirjam is de veronderstelling dat hout makkelijk ontvlamt een waanidee. ‘Het hout is zo massief. Dat moet je uren achter elkaar laten fikken om dat een beetje afgebrand te krijgen’. Jules vult aan: ‘Als je daar een vuurtje onderhoudt dan verkoolt het een beetje maar het kan niet verspreiden. Bij een gebouw van beton heb je nog het gevaar dat als het heet wordt staal zijn kracht verliest en dat je daardoor bij brand snel instabiliteit kan krijgen.’

Was aan brandveiligheid nog redelijk makkelijk te voldoen, lastiger bleek de geluidsisolatie. Het bleek uitzoekwerk om met hout aan de Nederlandse normen te voldoen. Er moest een vloerpakket worden ontwikkeld dat voldoet aan de eisen van geluidsisolatie en dat tegelijk betaalbaar en niet te zwaar zou zijn. Er is tijdens de bouw geëxperimenteerd met verschillende vloeropbouwen en isolerende materialen als schuimbeton en kalksplit. Deskundigen zijn langs gekomen om geluidsmetingen te doen. Dat is in de praktijk getest en heeft daarom tot vertraging van de bouw geleid. Jules: ‘omdat het van hout was en allemaal nieuw was waren de bouwer en de architect er erg op gericht om het heel goed te doen’. Omdat gebrekkige geluidsisolatie in hout een bedreiging kan zijn, zaten ook leden van de bouwgroep er bovenop. In het nabijgelegen Patch 22 – het eerste houten appartementencomplex in Amsterdam – blijken bewoners namelijk last te hebben gehad van contactgeluiden. Maar als je een goed uitgedachte en geteste methode conform de norm NEN 5077 gebruikt dan gaat het goed. ‘Als je bij betonbouw niet op details let kan het met de geluidsisolatie ook mis gaan, zoals bij het Pontsteiger gebouw’. Jules legt uit hoe de verdiepingsvloeren in elkaar zitten. Bovenop het houtpakket van ongeveer 5 planken dik liggen waterleidingen en stroomkabels. Dat is gegoten in schuimbeton. Op het schuimbeton ligt een laag isolatiepiepschuim. Daarop zijn de waterleidingen voor de vloerverwarming gelegd. Die zijn in anhydriet gegoten. Het gietwerk is los gehouden van de muren. In Patch 22 is gekozen voor een ander systeem met een holle vloer waarin bewoners zelf leidingen kunnen leggen. Met het idee dat de inrichting redelijk makkelijk geheel veranderd zou kunnen worden. Volgens Jules zijn door de goede geluidswerendheid de plattegronden in Stories minder makkelijk te wijzigen. Dat wordt heel bewerkelijk. Wat ze ervoor terug hebben gekregen is dat het stil is. Er zijn bijna geen contactgeluiden dankzij de uitgekiende en geteste constructie. Beiden zeggen dat je vrijwel niets hoort. ‘Alleen als mensen aan het rondlopen zijn terwijl ze een krat met zware dingen dragen dan hoor je het. Maar zelfs dat is nog dof’.

‘Als de kennis over hout beter verspreid is, dan kan elke constructeur dit doen’

Hout bleek iets duurder dan beton, maar niet zo duur dat de bouwgroep dat niet wilde. In die tijd ging het om 4200 euro per vierkante meter en dat was 200 of 300 euro duurder dan beton. Het hout kwam uit een fabriek in Duitsland. Jules: ‘Als de kennis over hout beter verspreid is dan kan elke constructeur het doen. Dan heb je geen speciale onderzoeken nodig om de brandveiligheid en de geluidsdichtheid aan te tonen’. Vooral het experimentele karakter heeft tijd en geld gekost.

Prettig leefklimaat

Het binnenklimaat van hun houten appartementen bevalt ze goed. Mirjam: ‘Ik vind de leefkwaliteit heerlijk. Het voelt zachter. Ons vorige huis van beton voelde anders aan. En ik vind de natuurtinten rustgevend’. Binnen zijn de CLT plafonds zichtbaar en ze hebben ook houten vloeren. Bij de inrichting zijn ze op het element hout doorgegaan. Ze kozen ook voor een houten keuken. Inspiratie voor de inrichting deden ze op bij het circulaire paviljoen Circl van ABN AMRO op de Zuidas waar de houten vloeren, plafonds en muren een harmonieus geheel vormen. Ze hadden wel verwacht dat het koeler zou zijn dan in beton wonen. Het hout isoleert goed, maar door de vele ramen op het zuiden blijft het warm.

Stories is een natuurinclusief gebouw waar ook ruimte is gemaakt voor flora en fauna in de gevel. Er zijn verticale tuinen met bomen in de gevels aangebracht. Deze tuinen zijn aan staal bevestigd vanwege het zware gewicht van de bomen. De verticale tuinen vormen tevens een afscheiding tussen de terrassen. De bewoners hebben zelf hun eigen bomen gekozen, vier jaar voordat ze er kwamen wonen. De bomen zijn onderdeel van een ecologisch plan van een landschapsarchitect. Een ander kenmerkend element zijn de wintertuinen rondom het gebouw. De grote wintertuin van Mirjam staat vol met potten en bloemen en zelfs twee vijgenbomen: ‘Als het even kan zit ik in de wintertuin. Vooral er een beetje zon schijnt in de winter dan kan je al buiten zitten’.

Dat Stories een hybride gebouw is doet voor hen geen afbreuk aan de ervaring van het wonen in hout. Het betonnen onderstuk geeft hen ook een gevoel van veiligheid. Jules: ‘Ik zou me niet helemaal fijn hebben gevoeld bij een volledig houten gebouw in een gebied dat toch kan overstromen. Je weet maar nooit’. Ook past een houten constructie volgens hem niet bij een parkeergarage. ‘Branden in elektrische auto’s met lithium batterijen kunnen lang doorgaan’. Om de parkeergarage te realiseren was ook beton nodig vanwege de plaatsing van de ingenieuze parkeermachine waardoor elke auto maar weinig ruimte in beslag neemt. Ook de liftkern is van beton. Jules geeft nog aan dat het onderhoud van het pand wel relatief duur is. Dat heeft niet zozeer te maken met het hout. Zo gaat het Platowood aan de buitengevel in principe vijftig jaar mee. Het komt door de extra faciliteiten zoals het snoeien van de bomen in de verticale tuinen door een hovenier, de gemeenschappelijke ruimten en het onderhoud van twee liften en de parkeermachine.

Gemeenschappelijkheid

Een ander element dat het gebouw bijzonder maakt is het streven om er een gemeenschap van te maken. Er is een gemeenschappelijke ruimte met een gym en straks ook een sauna. Er is een collectieve daktuin aan gekoppeld die door bewoners beheerd wordt. Mirjam: ‘We hebben in de winter veel tijd en energie gestoken in het maken van moestuinbakken. We kunnen daar nu aardappels, courgettes, tomaten, boerenkool, aardbeien en paksoi uit oogsten. Het dagelijks beheer van de moestuinbakken gebeurt door de daktuincommissie. In dit gebouw delen de bewoners meer dan alleen maar de lift en de entreehal. Ze wilden heel graag iets gemeenschappelijks, vooral een daktuin. Mirjam: ‘Ik kwam vroeger heel erg bij als ik in de tuin werkte. Dat vind ik nu terug in de gemeenschappelijke daktuin’. Bijna alle bewoners hebben mee geholpen met het aanleggen van de daktuin met moestuinbakken, een pergola met een grote tafel. Bewoners zijn nauw bij het gebouw betrokken. Voor een schoonmaakdag had iedereen zich aangemeld. Binnenkort organiseert Mirjam een diner voor alle bewoners van Stories. Jules: ‘Het fijne van een gebouw met 28 appartementen is dat het groot genoeg is dat je meerdere buren hebt en dat je altijd een paar mensen tegen komt waar je goed mee kan opschieten. Tegelijkertijd is het niet zo massaal dat het allemaal vreemden blijven. En het zijn hier koopwoningen, dus meestal mensen die er wat langer blijven’.

‘Stories gaat over meer dan alleen het maken van een duurzaam gebouw. Het gaat ook over samenleven.’

Mirjam heeft sinds de oplevering al meer dan tien rondleidingen gegeven in Stories. Daardoor is ze steeds trotser geworden op het gebouw. Volgens haar gaat Stories over meer dan alleen het maken van een duurzaam gebouw. Het gaat ook over samenleven. Alleen het verhalencafé is vanwege het gebrek aan haalbaarheid niet van de grond gekomen. Het was de ambitie om hier door middel van verhalen verbindingen te leggen tussen nieuwe bewoners van Buiksloterham en de oude bewoners van Noord. Mirjam heeft er vertrouwen in dat het verhalencafé op een andere plek in Buiksloterham gerealiseerd gaat worden. ‘We zoeken verbinding binnen het gebouw, maar ook met bewoners uit oud Noord. Dat ze zich niet buiten gesloten voelen. En dat we elkaars verhalen horen’.