Vezelhennep, Cannabis Sativa, is een breed inzetbare plant. Het kan dienen als natuurlijke grondstof voor vijftigduizend toepassingen voor papier, kleding, bouwmaterialen, voedsel, medicijnen, cosmetica, veevoer en bio-energie. Deze komen voort uit de stam, de zaden en de bloeiwijze van hennep. De plant groeit snel, heeft een hoge opbrengst per hectare, tegen een relatief lage input aan water en voeding en heeft een positieve invloed op het milieu. Het cultiveren van hennep is CO2-negatief. Gerard Hosper van Hempflax vertelt er meer over.
Zaaien
Hennepgewas wordt in april of mei gezaaid op een egaal zaaibed, met een goede structuur grond. Het is een eenvoudig gewas om te telen. Het wortelt goed en laat daardoor ook weer een goede structuur achter. Vezelhennep is een eenjarige plant. Hempflax gebruikt EU gecertificeerde zaden, die rassen bieden met een THC-gehalte onder de 0,3%. THC is de psychoactieve stof, die bij vezelhennep dus nagenoeg niet aanwezig is.
Groeien
Hennep groeit vier centimeter per dag en wordt drie tot vier meter hoog. Het gewas heeft geen last van ziektes of schimmels bekend en is volledig biologisch te telen.
Hennep kan goed groeien met 20% kunstmest en 80% dierlijke mest. Hennep fungeert ook goed als een rustgewas bij vruchtwisseling.
Hennep is een daglengtegroeier: rasafhankelijk heeft het een minimaal aantal zonuren per dag nodig, wordt de dag korter dan gaat de plant bloeien. Door veredeling zijn er veel verschillende rassen en kan het bijna over de gehele wereld succesvol geteeld worden. Hempflax werkt veel met Franse rassen die het goed in het Nederlandse klimaat doen.”
Oogsten
De oogst vindt meestal plaats in de tweede week van augustus. De top heeft zaad en blad. Deze wordt door het bovenste maaibord geoogst en gedorst in de combine. Het blad bevat proteïne + CBD-biomassa. De zaden kun je eten of er bijvoorbeeld olie uit persen. Gezamenlijk kun je daar producten zoals CBD-olie van maken, maar ook wel cosmetica. De stengel wordt door het onderste maaiboord van de combine geoogst. Ook de stengel bestaat uit twee delen: vezel en hout. Stukken van 60 cm van de stengel blijven ruim twee weken op het land liggen. Dat heet ‘roten’. De vezel en het hout zijn verbonden met lijmstof (lignine en pectine). Met regen en dauw breekt deze lijmstof af, waardoor verwerking makkelijker gaat en de vezel tot een goede en fijne kwaliteit te verwerken is. Na het roten wordt het hennepstro in vierkante pakken geperst en opgeslagen totdat ze verwerkt worden. De complete oogstperiode beslaat een week of vijf.
Bouwen
Voor de bouw is de stengel goed te gebruiken. Het hout-deel wordt gebruikt voor hennepbeton of plaatmateriaal. Gemengd met water en kalk ontstaan er ‘hempcrete’: bouwblokken. Het isolatiemateriaal past ook goed in de prefab, dat vaak samengaat met houtskeletbouw. Van het vezeldeel van de stengel wordt isolatiemateriaal gemaakt. Als je de vezel mengt met jute, soda (als brandvertrager) en smeltvezel van gerecyclede PET-fles als binder heb je een prima materiaal. Hempflax is momenteel onderzoek aan het doen naar een natuurlijke binder, zodat het materiaal 100% biobased wordt.
De hennepplant legt bovendien een grote hoeveelheid CO2 vast: netto 55 kilogram CO2 per kuub op. Als je dat vergelijkt met een traditioneel isolatiemateriaal zoals glaswol dat 250 kg CO2 uitstoot, is het duidelijk dat isolatie (maar ook andere toepassingen) van hennepvezel de toekomst heeft.