Activeer het gebied

Gemeenten leren van elkaar in het Intervisietraject biobased bouwen en circulaire gebiedsontwikkeling

Parallel aan de Biobased Campus liep het intervisietraject voor gemeenten. In dit traject kwamen gemeenten samen om met en van elkaar te leren over circulaire gebiedsontwikkeling en het realiseren van conceptueel en biobased bouwen. Want, hoe doe je dat nu echt? Malu Hilverink, projectleider van de werklijn Biobased Bouwen vertelt over het doel van het intervisietraject, ambities, opgaven en de rol van de gemeenten.

Wat houdt het intervisietraject precies in?

“Veel gemeenten zijn bezig, of willen starten, met circulaire gebiedsontwikkeling door biobased materialen en conceptueel bouwen toe te passen. Dit is relatief nieuw en daarom lopen veel gemeenten rond met dezelfde hulpvragen. Binnen het intervisietraject proberen wij daarom alle vragen, plannen, casussen en toetsingscriteria te bundelen, om vervolgens te kijken of en hoe we met de City Deal gemeenten kunnen helpen om de volgende stap te zetten. De gesprekken die we tot nu toe hebben gevoerd blijken een waardevolle eerste stap.”

Hoe is dit intervisietraject ontstaan? 

“In 2021, tijdens het begin van deze City Deal, zijn er gesprekken gevoerd met de gemeenten over waar zij tegenaan liepen. Uit deze inventarisatie zijn vragen geformuleerd. Een belangrijk signaal van gemeenteambtenaren was dat zij meer de samenwerking wilden opzoeken, maar door tijdgebrek een leertraject wensten. Het moest vooral toegepaste kennis zijn waar men van en met elkaar leert. Zodoende zijn we dit intervisietraject begonnen.”

Welke gemeenten deden mee aan dit intervisietraject?

“De volgende gemeenten doen mee: Almere, Leiden, Alphen a/d Rijn, Breda, Dordrecht, Zaanstad, Nijmegen, Boxtel, Eindhoven, Den Haag, Leeuwarden, Amersfoort, Utrecht en Venlo. Alle gemeenten hebben casussen van gebiedsontwikkelingen ingebracht waarbij ze de ambitie hebben om circulair, conceptueel en biobased te bouwen. Bij elkaar gaat het over honderden woningen waarmee de gemeenten momenteel bezig zijn. Veel gemeenten zitten nog in de visie- en planvoorbereidingsfase, maar bijvoorbeeld Eindhoven, Boxtel en Venlo zijn al verder. Zo is het Living Lab 040 (zie link onderaan het artikel) al in realisatiefase, waarin de gemeente Eindhoven 119 geprefabriceerde woningen bouwt als onderdeel van een klimaatadaptieve proeftuin.”

Wat hoop je dat de deelnemende gemeenten uit het traject halen?

“Gemeenten komen in contact met elkaar en kunnen zo van elkaar leren. Iedereen heeft een stukje van de puzzel die gelegd moet worden. Door het delen van kennis, ervaringen en hulpvragen hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Omdat de projecten niet allemaal in dezelfde fase zitten, creëren we als het ware een beleidscyclus uit meerdere casussen. Hierin is het uitwisselen van ervaringen waardevol en soms zelfs cruciaal om verder te komen. De uitkomsten delen we later weer met de rest van het netwerk.”

Welke interessante bevindingen zijn er tot nu toe?

“Projectleiders en beleidsmedewerkers geven aan dat circulair en biobased bouwen in gebiedsontwikkelingen gewoon mogelijk is. We dagen gemeenten uit hun casussen te presenteren waardoor ze erachter komen dat ze al best veel doen en kunnen. Daarbij focussen we vooral op het ‘hoe’. Van praten naar doen dus! Het enthousiasme en de energie die je voelt tijdens de sessie zijn de basis van de transitie. Elke gemeente komt terug met meerdere hulpvragen waarmee we samen van circulair en conceptueel bouwen de nieuwe standaard kunnen maken.”

Hoe zorg je ervoor dat alle inspirerende plannen en voornemens uiteindelijk leiden tot een succesvolle implementatie?

“We leggen momenteel veel druk op het opschalen. En dat is nodig, maar het is ook belangrijk om zo nu en dan een stapje terug te doen en te observeren wat er precies gebeurt. Tijdens de kick-off namen we bijvoorbeeld een moment om even diep in een casus te duiken. Gemeenten die met hun project in dezelfde fase zitten leren hierdoor sneller wat wel en niet werkt. Van pilots kunnen we leren voor opschaling maar we moeten daar niet in blijven hangen. Door een beleidscyclus op te stellen kun je structurele reflectiemomenten inlassen in de praktijk. Hierdoor zorg je dat wat er goed gaat ook zijn weg vindt in de visie, strategie en het beleid. En de kortste klap? Als je externe projectleiders inhuurt, stel dan eisen aan ervaring en affiniteit met circulaire gebiedsontwikkeling.”

Ook meedoen?
Gemeenten die interesse hebben in het intervisietraject van 2023 kunnen contact opnemen met Malu via malu.hilverink@overmorgen.nl

Meer weten?