Vertel het verhaal

Kunnen de Europese bossen de toenemende vraag naar hout voor de bouw aan?

Vijf vragen aan Bas Lerink, Researcher European Forests

Bas Lerink van Wageningen University & Research doet met zijn team onderzoek naar de bossen en bomen in Europa. Op de Boom(ing) business bijeenkomst van 8 juni in Pakhuis de Zwijger presenteerde hij de bevindingen uit dit onderzoek en gaf antwoord op de vraag: kunnen de Europese bossen de toenemende vraag door houtbouw aan? We stelden Bas vijf vragen.

Hoe ziet het hedendaagse Europese bos eruit?

‘Circa veertig procent van het oppervlak van Europa bestaat uit bos. Het aantal soorten is beperkt, we zien vooral de eik, beuk, fijnspar en de grove den. Dat lijkt misschien wat saai, maar toch zijn er, ook in Nederland, hele diverse boslandschappen. Ook hebben we een aantal beschermde bosreservaten. Dat zijn bosgebieden waarbij met de beheerder is afgesproken dat er geen houtoogst of bosbeheer plaatsvindt, zodat het zich natuurlijk kan ontwikkelen. Van het totaal in Europa is slechts drie procent oerbos, dus daar moeten we zuinig op zijn. Verder zijn er in Europa veel productiebossen, zoals bijvoorbeeld in Zweden. Daar worden enorme hoeveelheden hout geoogst. In de Mediterannee ligt de focus meer op niet-houtproducten. Zoals pijnboompitten of kurk.’

Hoeveel hout kunnen we verwachten uit de Europese bossen?

‘We hebben geprobeerd het theoretisch potentieel te definiëren. Van al het jaarlijks beschikbare hout wordt 550 miljoen kubieke meter geoogst. Een deel wordt verloren op andere wijze, bijvoorbeeld door natuurlijke sterfte. Wat er overblijft is de ‘stock change’, ofwel de opbouw van de voorraad. En dat is een enorme hoeveelheid: zo’n 300 miljoen kubieke meter. Maar als je verder kijkt zie je dat dit theoretisch potentieel veel kleiner is.’

Waarom is dat theoretisch potentieel zoveel kleiner dan de 300 miljoen kubieke meter ‘stock change’?

‘Ten eerste zijn er bossen waaruit je niet kunt of wilt oogsten. Bijvoorbeeld uit een bepaald oerbos in Roemenië. Dat heeft een hoge ecologische en esthetische waarde. Het staat bovendien op een hele steile ondergrond waardoor er gevaar van bodemerosie ontstaat als je zou oogsten. De steile ondergrond maakt oogsten ook moeilijk, zo niet onmogelijk. Van zo’n bos moeten we dus afblijven, en dat betekent een vermindering van het theoretisch potentieel.
Ten tweede neemt de groei van bomen af door toenemende droogte in Europa. Bossen verzwakken en zijn daardoor vatbaarder voor ziekten, stormen en plagen. Deze verzwakking van Europese bossen door droogte neemt schrikbarend toe.

De verzwakking van Europese bossen door droogte neemt schrikbarend toe


Bas Lerink, Researcher European Forests bij Wageningen Environmental Research

Ten derde moeten we rekening houden met de Europese Commissie. Die heeft niet direct invloed op bosbeheer, maar lanceert wel programma’s, beleid en visies die dat wél hebben, bijvoorbeeld op het gebied van biobased bouwen of biodiversiteit. Dat heeft tot gevolg dat je rekening moet houden met gebieden waar je geen productiebos kunt planten of bouwhout kunt oogsten.

Tot slot hebben we gekeken naar de oogstambities van de verschillende Europese landen. Op deze manier kwamen we op een realistisch opschalingspotentieel van 90 miljoen kubieke meter hout. Dit hebben we vervolgens vergeleken met een andere aanpak, waarbij we bosinventarisatiedata en een geavanceerd model hebben gebruikt. Met die data hebben we toekomstprojecties gemaakt en dan blijft er een realistisch potentieel over van 40 tot 45 miljoen kubieke meter.’

Hoe houden we dit potentieel vast (of kunnen we het uitbreiden)?

‘Hoewel dit realistisch potentieel een stuk lager is dan de “stock change” van 300 kubieke meter, is het nog steeds veel. Maar willen we op lange termijn dat potentieel vasthouden (en uitbreiden), dan ontkomen we niet aan bosherstel, bosuitbreiding en duurzaam bosbeheer. Daar moet de komende jaren dan ook fors op worden ingezet.’

Dus: kunnen de Europese bossen de toemenende ‘houthonger’ aan?

‘Het realistisch potentieel voor verhoging van de houtoogst is kleiner dan verwacht. Bomen groeien bovendien minder snel. Het is dus cruciaal om te investeren in duurzaam bosbeheer. Wat ik daar nog aan toe wil voegen is dat we niet alleen naar bossen moeten kijken. Er zit bijvoorbeeld veel  potentieel in stedelijke gebieden. Ook daar is hout dat hoogwaardig (her)gebruikt kan worden. Een beetje “out of the box” denken helpt dus ook.’

Voorbeelden van bosherstel in Europa
– Nordrhein Westfalen in Duitsland – In deze regio grijpt de letterzetterkever om zich heen waardoor enorme arealen fijnspar dood zijn. Om dat bos te herstellen worden bomen teruggeplant. Vaak ook andere soorten dan fijnspar, zodat het bos weerbaarder wordt.
– Denemarken – In sommige gebieden worden bomen met motorzagen toegetakeld om micro-habitats te creëren. Dat is goed voor de biodiversiteit, de focus ligt daar ook erg op in deze regio, maar je kunt je afvragen wat dat voor effect heeft op houtoogst.
– Nouvelle-Aquitaine in Frankrijk – Hier zijn zeedennen-plantages die geteisterd worden door bosbranden. Een oplossing is het aanleggen van loofhoutsingels. Loofhout is minder vatbaar voor brand en kunnen de bossen beschermen.

Meer weten?