Vertel het verhaal

Biobased Campus 2022: ‘Biobased bouwen kan en moet, en bovendien zo snel mogelijk.’

Zoveel mogelijk woningen in Nederland (ver)bouwen met materialen uit de natuur, ofwel: biobased bouwen. ‘Het kan, het mag, het moet en het moet zo snel mogelijk,’ vinden de honderden deelnemers aan de Biobased Campus die in 2022 in samenwerking met de Floriade Expo plaatsvond. Of het nou boeren, bouwers, beleidsmakers of burgers waren, de deelnemers lieten ieder een stuk van de puzzel zien om zo samen te leren en bestaande mythes om zeep te helpen.

The Natural Pavilion

Op het Expoterrein van de Floriade was veel inspiratie te vinden, waaronder The Natural Pavilion, met houten, demontabele constructie van Hollands hout, kruislaaghouten (CLT) vloeren en wanden, binnenwanden gemaakt van (rest)materialen van de land- en tuinbouw, zoals stro, vlas, paprikastengels en spinaziezaad. In dit paviljoen vonden de Biobased Campus bijeenkomsten plaats. Xander de Bruin, programmamanager van Green Innovation Hub: “Het paviljoen heeft een belangrijke rol gespeeld in het op gang brengen van de (bouw)transitie die zo hard nodig is. Besloten is dat het gebouw op de Flevo Campus blijft, en dat is een regelrechte aanwinst. De Green Innovation Hub en Flevo Campus zijn zo een tastbare erfenis van de Floriade waarin de gemeente Almere, de provincie Flevoland en het Rijk samen werken aan een circulaire toekomst”. Het gebouw werd onderscheiden met een Dezeen Award en de Cobouw Innovation Award en behaalde diverse nominaties voor prijzen, waaronder die voor Publiek Gebouw van het Jaar bij de Architectenweb Awards 2022.

Kansen en perspectief

Tijdens de biobased campus werd duidelijk dat biobased bouwen talrijke kansen biedt om zowel de bouw als de boeren uit het zogenoemde slop te halen, en tegelijkertijd te werken aan een mooier Nederland. Het vormt de krachtige motor achter verschillende transities op alle schaalniveaus die in Nederland aan de orde zijn. Biobased bouwen biedt boeren perspectief in de overstap naar teelten die geschikt zijn voor de bouwindustrie, zoals lisdodde, hennep, olifantsgras, vlas, stro of wilg. Ook zijn biobased materialen goede vervangers voor energieslurpende materialen zoals beton en cement die veel CO2 uitstoten. De variëteit aan gewassen levert bovendien winst op voor de ecologie, het landschap, biodiversiteit en waterbuffering.

Ruimtelijke kwaliteit als uitgangspunt

Dat biobased bouwen een positieve bijdrage kan leveren aan het landschap wordt steeds duidelijker, ook bij de overheid. Zo is tijdens de duizend dagen van de Floriade Mooi Nederland gepresenteerd, een programma dat een toekomstperspectief biedt voor ruimtelijke kwaliteit. Biobased en circulair bouwen maken volgens Mooi Nederland-manager Gido ten Dolle deel uit van de ruimtelijke opgave. Hij beschrijft zijn opgave als ‘een combinatie tussen zoeken naar het beschermen van de cruciale waarde die biodiversiteit biedt en het sturen, structureren en plannen van een leefbaar Nederland’. Ten Dolle: “Het helpt daarbij om ons begrip van wat ruimtelijke kwaliteit is op te rekken. Kwaliteit is meer dan schoonheid. Het heeft ook betrekking op gezondheid en de leefbaarheid voor toekomstige generaties. Denkend vanuit dat perspectief kan het groen in wijken misschien wel meerdere functies krijgen. Bijvoorbeeld als waterbuffer, voedsel, bouwmateriaal of aantrekkelijk recreatiegebied. Dat is winst waar niet alleen wij, maar ook onze kinderen en kleinkinderen van zullen profiteren.”

Ruimtelijke kwaliteit heeft ook betrekking op gezondheid en leefbaarheid voor toekomstige generaties

Vraag en aanbod

De voordelen zijn dus duidelijk, maar hoe kunnen we dan vaart maken en opschalen? “Het mobiliseren van de industrie is hierbij de grootste uitdaging”, zegt Jan Willem van de Groep, kwartiermaker hout- en biobased bouwen bij de provincie Flevoland. “Er is nog weinig vraag en weinig aanbod van biobased materialen. En dat is jammer. Want vezelgewassen zijn gunstig voor de biodiversiteit, voor de bodem, de stikstofuitstoot en Co2 opslag. Het is een kansrijk perspectief voor zowel boeren als bouwers.” Maar hoe krijg je de markt dan in beweging? “De beste manier om de markt aan de gang te krijgen is om met prefab-bouwers aan de slag te gaan”, zegt van de Groep. “Je kan met 25 prefab-bouwers 25.000 woningen bouwen. We moeten deze bouwers vragen wat ze nodig hebben om te kunnen bouwen. En dan snel aan de slag.”

Nieuwe bouwcultuur

Gertjan de Werk, mede-oprichter van Cirkelstad, het platform voor koplopers in de circulaire en inclusieve bouwsector geeft aan dat er ook een andere manier van denken nodig is. “We hebben een nieuwe bouwcultuur nodig”, zegt hij. “En daarbij gaat het om meer dan het vervangen van materialen. Voor het creëren van een nieuwe bouwcultuur moet je de waarden die je thuis hanteert voor duurzaamheid meenemen naar je werk. Thuis vinden we duurzaamheid erg belangrijk, maar op kantoor stemmen we een duurzaam project weg omdat we met criteria werken die bij het oude denken horen. Laten we proberen die kaders op te rekken. Want we weten wel welke richting we op moeten. De vraag is: hoe dan? En laten we gewoon morgen beginnen, en niet nog tien jaar praten.”

De omslag is nabij

De Biobased Campus gaat door en wordt de komende drie jaar verder ontwikkeld. Omdat 1000 dagen met elkaar werken op de Floriade zoveel heeft opgeleverd, is besloten het Natural Pavilion te laten staan. Hanna Lára Pálsdóttir van Mooi Nederland en programmaleider Ruimte voor Biobased Bouwen: “Het Natural Pavilion blijft de plek voor de Biobased Campus om zich verder te ontwikkelen. Met de ondertekening van de Green Innovation Hub zijn we met het programma Mooi Nederland partner in de ontwikkeling van Growing Green Cities in Nederland. Er zijn ambities genoeg en hier op de Floriade liet de praktijk ook zien dat het ook kan. Zoveel actie stemt hoopvol. De omslag is nabij.”

Voor dit artikel is gebruikt gemaakt van het verslag dat Marieke Berkens schreef voor het programma Mooi Nederland en dat is gepubliceerd op de website van de Nationale Omgevingsvisie.

Meer weten?