Materiaalstromen en milieu-impact voor totale bouwsector in kaart

Bron

In 2014 werd het rapport “Materiaalstromen, Milieu-impact en Energieverbruik Woning- en Utiliteitsbouw” (B&U) gepubliceerd. Nu heeft het Economisch Instituut voor de Bouw samen met Metabolic ook de situatie voor de grond-, weg- en waterbouw (GWW) in kaart gebracht. Tegelijkertijd is het rapport uit 2014 geüpdatet met de meest recente data (2019). Dit samen geeft, voor het eerst, een beeld van de materiaalstromen en de milieu-impact van de totale bouwsector. 

Om de voortgang van de circulaire transitie te monitoren is het noodzakelijk de huidige situatie van materiaalstromen en milieu-impact in de bouw in beeld te hebben. Wat zijn de meest gebruikte materialen in de bouw? Welke materialen hebben de meeste impact op het milieu? Hoeveel en welke materialen zijn jaarlijks nodig? Kan de vraag naar materialen volledig worden bediend met de vrijkomende materialen uit sloop en recycling?

Inkomende- en vrijkomende materialen

Er wordt in de rapporten gesproken over inkomende- en vrijkomende materialen – respectievelijk, de materialen die gebruikt worden in bouwprojecten en de materialen die vrijkomen bij sloop, renovatie en onderhoud. Deze materialen zijn op basis van gewicht en op totale milieu-impact inzichtelijk gemaakt. Daarnaast is er gekeken naar de herkomst van de inkomende materialen (nieuwe materialen, gerecycled, hergebruikt of biobased) en naar het toekomstscenario van vrijkomende materialen (stort, verbranding, recycling of hergebruik). In een volledig circulaire bouw is het aantal inkomende materialen gelijk aan het aantal vrijkomende materialen. Uit de meest recente data blijkt dat de totale instroom van materialen in de bouw ruim 44 Mton is, tegenover 19 Mton aan vrijkomende materialen.

Conclusies voor B&U en GWW

De Circulaire Bouweconomie heeft de belangrijkste conclusies uit beide rapporten op een rij gezet. Zo blijkt dat er een groot gat bestaat tussen de in- en uitstroom van materialen in de bouw. Daarbij komt dat niet alle vrijkomende materialen hoogwaardig gebruikt of gerecycled (kunnen) worden. Het verschilt ook per type materiaal in hoeverre in- en uitstroom van materialen met elkaar matchen. Zo kan de vraag naar asfalt voor bijna 80% worden afgedekt door vrijkomende materialen. Terwijl dat voor plastics en beton niet hoger dan 20% is. Wel wordt 98% van alle vrijgekomen materialen in de grond-, weg- en waterbouw, gerecycled (driekwart) of hergebruikt (een kwart). Recycling en hergebruik vindt niet alleen plaats in de bouw, maar ook in andere sectoren. Lees hier de uitgebreide conclusies.