De City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen trapte 13 april jl. het intervisietraject voor gemeenten af. In dit traject komen we samen met onze partnergemeenten om met en van elkaar te leren over circulaire gebiedsontwikkeling en hoe we conceptueel en biobased bouwen kunnen realiseren. Want, hoe doe je dat nu echt? We laten ons bijpraten door Malu Hilverink, projectleider van de werklijn Biobased Bouwen, over het doel van het intervisietraject, ambities, opgaven en de rol van de gemeenten.
Kun je iets meer vertellen over jouw rol binnen de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen?
“Formeel ben ik, samen met Hanna Lára Pálsdóttir, duo-projectleider van de werklijn Biobased Bouwen. Daarnaast probeer ik in een kwartiermakerrol partijen samen te brengen en te enthousiasmeren voor circulair, conceptueel en biobased bouwen. Er is een duurzaamheidstransitie nodig in de manier van bouwen. Daarbij draait het nu om opschaling van biobased bouwmaterialen, circulaire grondstoffen en vermindering van de negatieve impact op onze aarde. Die transitie zal mede vorm krijgen door samen op te trekken en te leren. Door in het intervisietraject te kijken naar wat gemeenten en partners nodig hebben in deze transitie, proberen we toe te werken naar een duurzame, gezonde en mooie leefomgeving waarin we met een minimale milieu-impact bouwen.”
Vanuit de City Deal zijn we een intervisietraject begonnen. Wat houdt zo’n intervisietraject precies in?
“Veel gemeenten zijn bezig, of willen starten, met circulaire gebiedsontwikkeling door biobased materialen en conceptueel bouwen toe te passen. Dit is relatief nieuw en daarom lopen veel gemeenten rond met dezelfde hulpvragen. Binnen het intervisietraject proberen wij daarom alle vragen, plannen, casussen en toetsingscriteria te bundelen, om vervolgens te kijken of en hoe we met de City Deal gemeenten kunnen helpen om de volgende stap te zetten. De gesprekken die we tot nu toe hebben gevoerd blijken een waardevolle eerste stap.”
Hoe is dit intervisietraject ontstaan?
“In 2021, tijdens het begin van deze City Deal, zijn er gesprekken gevoerd met de gemeenten over waar zij tegenaan liepen. Uit deze inventarisatie zijn vragen geformuleerd. Een belangrijk signaal van gemeenteambtenaren was dat zij meer de samenwerking wilden opzoeken, maar door tijdgebrek een leertraject wensten. Het moest vooral toegepaste kennis zijn waar men van en met elkaar leert. Zodoende zijn we dit intervisietraject begonnen.”
Welke gemeenten zitten nu in het intervisietraject?
“De volgende gemeenten doen mee: Almere, Leiden, Alphen a/d Rijn, Breda, Dordrecht, Zaanstad, Nijmegen, Boxtel, Eindhoven, Den Haag, Leeuwarden, Amersfoort, Utrecht en Venlo. Alle gemeenten hebben casussen van gebiedsontwikkelingen ingebracht waarbij ze de ambitie hebben om circulair, conceptueel en biobased te bouwen. Bij elkaar gaat het over honderden woningen waarmee de gemeenten momenteel bezig zijn. Veel gemeenten zitten nog in de visie- en planvoorbereidingsfase, maar bijvoorbeeld Eindhoven, Boxtel en Venlo zijn al verder. Zo is het Living Lab 040 al in realisatiefase, waarin de gemeente Eindhoven 119 geprefabriceerde woningen bouwt als onderdeel van een klimaatadaptieve proeftuin.”
Wat hoop je dat de deelnemende gemeenten uit het traject halen?
“Gemeenten komen in contact met elkaar en kunnen zo van elkaar leren. Iedereen heeft een stukje van de puzzel die gelegd moet worden. Door het delen van kennis, ervaringen en hulpvragen hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Omdat de projecten niet allemaal in dezelfde fase zitten, creëren we als het ware een beleidscyclus uit meerdere casussen. Hierin is het uitwisselen van ervaringen waardevol en soms zelfs cruciaal om verder te komen. De uitkomsten delen we later weer met de rest van het netwerk.”
Welke interessante bevindingen heb je dusver uit dit traject kunnen halen?
“Projectleiders en beleidsmedewerkers geven aan dat circulair en biobased bouwen in gebiedsontwikkelingen gewoon mogelijk is. We dagen gemeenten uit hun casussen te presenteren waardoor ze erachter komen dat ze al best veel doen en kunnen. Daarbij focussen we vooral op het ‘hoe’. Van praten naar doen dus! Het enthousiasme en de energie die je voelt tijdens de sessie zijn de basis van de transitie. Elke gemeente komt terug met meerdere hulpvragen waarmee we samen van circulair en conceptueel bouwen de nieuwe standaard kunnen maken.”
Tot wanneer loopt dit traject? Kunnen andere gemeenten nog aansluiten?
“Het intervisietraject loopt tot het einde van dit jaar. In april hebben we de kick-off gehad, in mei was de tweede sessie en na de zomer de derde en vierde sessies. Mochten gemeenten interesse hebben om (nog) aan te sluiten, dan kunnen ze contact met ons opnemen. We zijn voornemens om volgend jaar een nieuw traject te starten, met nieuwe gemeenten en casussen van de City Deal.”
Wanneer is het traject volgens jou succesvol?
“Voor mij is het traject geslaagd als de deelnemers aan het eind van het traject genoeg tools, handvatten en perspectief hebben om met volle energie de circulaire bouw transitie aan te pakken. En dit ook daadwerkelijk integreren in hun projecten en beleid. Bijvoorbeeld door concrete circulaire ambities te benoemen in geplande gebiedsontwikkeling en in de algemene visie.”
Wat kunnen we eraan doen om ervoor te zorgen dat alle inspirerende plannen en voornemens uiteindelijk leiden tot een succesvolle implementatie?
“We leggen momenteel veel druk op het opschalen. En dat is nodig, maar het is ook belangrijk om zo nu en dan een stapje terug te doen en te observeren wat er precies gebeurt. Tijdens de kick-off namen we bijvoorbeeld een moment om even diep in een casus te duiken. Gemeenten die met hun project in dezelfde fase zitten leren hierdoor sneller wat wel en niet werkt. Van pilots kunnen we leren voor opschaling maar we moeten daar niet in blijven hangen. Door een beleidscyclus op te stellen kun je structurele reflectiemomenten inlassen in de praktijk. Hierdoor zorg je dat wat er goed gaat ook zijn weg vindt in de visie, strategie en het beleid. En de kortste klap? Als je externe projectleiders inhuurt, stel dan eisen aan ervaring en affiniteit met circulaire gebiedsontwikkeling.”
Denk je dat iedere gemeente een plan op maat nodig heeft?
“Wonen, bouwen, ruimtelijke ordening en duurzaamheid zijn verschillende beleidsvelden, op elk overheidsniveau. Een van de belangrijkste missie van de City Deal is om die werelden te verbinden, zodat kwaliteit, kwantiteit, beleid en uitvoering geïntegreerd worden in één ambitie. De transitie naar een duurzame leefomgeving is in de eerste instantie mensenwerk. Het begint met inspireren, een goed gesprek, elkaar opzoeken en uit je comfortzone durven stappen. Het liefst in een informele en duurzame omgeving met een circulair biertje en vegetarische bitterbal. Vanuit de City Deal bieden we een inspirerende locatie, context en handvatten. Ik zie dat, dat meestal al genoeg is om interne teams binnen de gemeenten te activeren en aan de slag te laten gaan met de informatie die voor handen is. Daarbij leren wij en zij wat er nog nodig is, want samen weten we al veel, maar we weten het vaak niet van elkaar. Ook blijkt dat die kennis en ervaring vaak niet direct toepasbaar is in de praktijk elders. Door die vertaalslag te maken, kunnen we met dit intervisietraject serieus meters maken. En we constateren dat we de pilots voorbij zijn en we nu daadwerkelijk kunnen gaan implementeren.”